Welke voedingsstoffen zitten in brandnetelgier

De voedingsstoffen in brandnetelgier zijn min of meer dezelfde voedingselementen die ons menselijk lichaam nodig hebben.  Mineralen, flavonoïden (anti-oxidanten), proteïnen en vitaminen.  Concreet bevat het (stinkende) goedje :

• Chlorofyl
• Stikstof
• Ijzer
• Kalium of Potassium
• Koper
• Zink
• Magnesium
• Calcium

In combinatie met met de vitaminen A, B1, B5, C, D, E en K is brandnetelgier een immuniteitsbouwer in je moestuin.  Een sterke moestuin valt minder snel ten prooi aan ziektes of beestjes.

Hoe maak je de meststof brandnetelgier ?

Er zijn 2 manieren om brandnetelgier te maken.  De snelle manier en een manier die iets langer duurt.  In beide gevallen heb je ... je raadt het al ... brandnetels nodig.  Je vind ze in de lente overal, je zoektocht zou niet zo moeilijk moeten zijn.  Let wel dat je beschermende kledij draagt als je brandnetels gaat oogsten.  Let ook op dat de netels niet behandeld zijn met chemische producten.  Dit gebeurt wel eens vaker langs (spoor)wegen.

De snelle manier om brandnetelgier te maken

Neem 30 gram brandnetels en dompel deze onder in 25 cl kokend water.  Roer regelmatig gedurende 20 tot 60 minuten.  Zeef dan het mengsel, de netels kunnen op de composthoop, het vocht kun je gebruiken als netelgier.  Verdun de vloeistof  met 2 tot 3 liter water zodat je een verhouding hebt van 1 deel brandnetelgier en 10 delen water.  Klaar !  Deze manier van brandnetelgier maken geeft minder stank dan de volgende manier

De trage manier om brandnetelgier te maken

Neem een grote hoeveelheid netels en stop deze in een emmer.  Kneus de stelen en de bladeren met een stok of handschopje.  Plaats een gewicht op je gekneusde netels.  Ik gebruik meestal een tegel of een andere steen.  Bedek je netels tot ze net onder water staan.  Zorg hierbij wel dat je emmer niet meer als 3/4 gevuld is.  Straks gaat het gier schuim vormen en we willen niet dat de emmer overloopt.

Gebruik regenwater, leiding water bevat chloor en dat is niet goed voor je brouwsel.  Plaats je emmer in een half zonnige plaats weg van je huis.  Na een tijdje komt een vreselijke stank uit de emmer en dan wil je die niet om de haverklap in je neus.  Na een paar dagen begint je brandnetelgier te fermenteren.  Goed nieuws want dat is het signaal dat alle voedingsstoffen vrijgegeven worden aan het water.  Dat water, het brandnetelgier dat jij straks kunt gebruiken in je moestuin als meststof.

Het fermenteren gaat gepaard met schuim.  Roer regelmatig in het brouwsel.  Wanneer de steen je hindert, kun je hem verwijderen.  Hij heeft nu wel zijn werk gedaan.  Je mengsel heeft tot drie weken nodig bij koude temperaturen om optimaal te zijn, in de zomer doe je er maar 10 dagen over.  Stopt het bubbelen, dan is je brandnetelgier klaar voor gebruik.  Zeef het mengsel af en gebruik je brandnetelgier 1 deel op 10 delen water bij het water geven of gebruik brandnetelgier 1 deel op 20 delen water als bladvoeding.

Filmpje uit 2015

Wanneer en in welke situaties gebruik je best brandnetelgier in je moestuin

We hebben een gratis meststof in de moestuin, heerlijk toch ?  Inderdaad, maar het goedje kan in bepaalde situatie ook meer kwaad dan goed doen.  Het gehalte aan ijzer is heel slecht voor je tomaten en je rozen bijvoorbeeld.  Door zijn hoog stikstof gehalte is brandnetelgier goed voor de bladgroei van planten.

Ik overloop eens hoe ik het gebruik in verschillende gewasgroepen.  Ik vermeld ook af en toe smeerwortelgier.  Het is handig om te vermelden dat brandnetels vroeger in de lente (half maart - begin april) beschikbaar zijn dan smeerwortel (mei).  En dat komt eigenlijk ook goed uit want in het begin van het seizoen ontwikkelen de plantjes vooral blad, iets wat brandnetelgier goed ondersteunt.  Het ogenblik dat aardappelen, uien, tomaten en andere vruchtgewassen kalium nodig hebben is er al voldoende tijd om smeerwortelgier te maken.

Wortelgewassen

Bij deze gewassen gebruik ik quasi geen brandnetelgier.  Van de wortelgewassen eten we ... uiteraard ... de wortel of knol op.  Ik zou nog een uitzondering durven maken bij knolvenkel, knolselder en Rode biet omdat bij die planten de bladgroei toch ook belangrijk is voor het eindresultaat.  wortelen en pastinaken zijn eerder fosfor liefhebbers en uien kalium liefhebbers.  De stikstof die de vruchtgewassen het jaar ervoor achterlieten is ruim voldoende.  Tot slot de ui-achtigen (ui, Sjalot, knoflook, ...) zou ik eerder smeerwortelgier geven in plaats van brandnetelgier voor de kalium die de planten o zo graag hebben.

Peulgewassen

Peulgewassen komen na de aardappelen als je het systeem van wisselteelt gebruikt.  Normaal gebruikte je bij die teelt ook veel organisch materiaal in de vorm van compost of stalmest.  Bij peulgewassen zou ik dus zeker geen brandnetelgier toevoegen.

Bladgewassen

Bladgewassen en brandnetelgier gaan heel goed samen.  Als je bodemstructuur goed opgebouwd is door een paar jaar consequent compost te gebruiken in je bedden, kun je bladgroenten zelfs uitsluitend op brandnetelgier kweken.  De kleur van je blad is dan je barometer.  Bleekgroene plantjes betekent, meer brandnetelgier geven, donkergroene plantjes betekent, even dimmen en puur water gebruiken.

Vruchtgewassen

Zoals eerder gezegd hebben tomatenplanten niet zo graag ijzer, dus bij tomaten zou ik geen netelgier gebruiken maar smeerwortelgier.  Bij de overige vruchtgewassen zou je de jonge plantjes wat brandnetelgier kunnen geven voor het bladgroei, maar ook hier weer zou ik eerder smeerwortelgier gebruiken.  Daarin zit naast stikstof een nog grotere dosis kalium in.  Kalium helpt heel erg bij de bloem- en vruchtzetting van je planten.  Met enkel stikstof van het brandnetelgier riskeer je veel te veel blad en veel te weinig vruchten.

Koolgewassen

Net als bij bladgewassen kun je bij koolplanten heel goed brandnetelgier gebruiken.  Zeker bij bladkolen zoals boerenkool, savooikool, rode kool, witte kool en spitskool kun je los gaan met je aftreksel van brandnetels.  Bij de bloemkolen en broccoli's kun je ook de plant opvoeden met brandnetelgier.  Wanneer de kolen zich beginnen vormen stop je best met gier geven.  Zo focust de plant zich niet op het aanmaken van blad maar van de bloem (bloemkool of broccoli).  Ook bij spruitjes die eigenlijk kleine bladkooltjes zijn kun je all the way gaan met brandnetelgier.

aardappelen

aardappelen genieten in hun vroege fase van brandnetelgier voor de aanmaak van blad maar ook hier zou ik net als bij de vruchtgewassen voor smeerwortelgier gaan gezien daar ook de broodnodige kalium in zit die de aardappelen nodig hebben.